
Veel werkgevers betalen nog steeds een vergoeding voor vaste reiskosten aan hun werknemers en houden daar geen belastingen op in. Ook wanneer die werknemers vooral thuiswerken. Voorwaarde voor het geven van de onbelaste vergoeding is dat de werknemers deze ook al vóór 13 maart 2020 kregen. Het geldt dus niet voor werknemers die later (na 12 maart) in dienst zijn gekomen.
Werkgevers hebben altijd de mogelijkheid om daadwerkelijk gemaakte reiskosten (woon-werkverkeer en andere zakelijk reizen) onbelast te vergoeden (de echte OV-kosten, dan wel € 0,19 per woon-werkkilometer). Als er geen reiskosten meer zijn, ligt het voor de hand dat werkgevers niet langer een onbelaste vaste reiskostenvergoeding verstrekken.
Het kabinet verlengt deze maatregel toch omdat er nog steeds werknemers zijn met kosten die te maken hebben met het reizen voor hun werk, zoals werknemers die vaste kosten hebben van de eigen auto of (private lease) auto die zij eerder gebruikten voor woon-werkverkeer. Of werknemers die ervoor hebben gekozen hun OV-abonnement te verlengen. Sommige werkgevers gebruiken de reiskostenvergoeding ook als een vergoeding voor thuiswerkkosten.
Dit jaar kunnen werkgevers thuiswerkkosten ook vergoeden via de werkkostenregeling. Deze regeling werd eerder al verruimd voor heel 2021, net zoals in 2020.